Bijstand en vermogen
Wanneer u een bijstandsuitkering hebt of aanvraagt, mag u niet teveel eigen vermogen hebben. Eigen vermogen is bijvoorbeeld geld op bankrekeningen, spaargeld, aandelen en obligaties, cryptomunten, een auto, caravan of antiek en sieraden. Hoeveel vermogen u mag hebben hangt af van de grootte van uw huishouden. Hebt u meer eigen vermogen dan wat is toegestaan? Dan moet u dat eerst opmaken, voordat u een bijstandsuitkering krijgt.
Hieronder staan de bedragen die u maximaal mag hebben in 2024 (bedragen gelden ook bij de individuele inkomenstoeslag):
- Gehuwden, samenwonenden en alleenstaande ouder € 15.150,-
- Alleenstaande € 7.575,-
Hebt u een koopwoning? De overwaarde van uw eigen huis mag niet meer zijn dan € 63.900,- (bedrag 2024). De overwaarde bepaalt u door het openstaande hypotheekbedrag af te trekken van de WOZ-waarde van uw huis.
Is de overwaarde van uw huis lager dan € 63.900,-? Dan hebt u recht op een bijstandsuitkering als u voldoet aan 2 voorwaarden:
- U woont (met uw gezin) zelf in de woning.
- Van u kan niet worden verwacht dat u uw huis verkoopt of een (extra) hypotheek afsluit. Bijvoorbeeld omdat uw woonkosten ongeveer even hoog zijn als de huur van een voor u geschikte huurwoning.
Voldoet u niet aan de voorwaarden? Dan hebt u geen recht op een bijstandsuitkering. Wij kunnen u dan verplichten om de woning te verkopen of een (extra) hypotheek op de woning te nemen. Met het geld dat u hierdoor krijgt, kunt u in uw eigen onderhoud voorzien.
Is de overwaarde van uw huis hoger dan € 63.900,- en woont u (met uw gezin) zelf in de woning? Dan kunt u toch in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering. Wij geven u de uitkering in de vorm van een lening met uw woning als onderpand. Dit noemen we een krediethypotheek. Het bedrag aan overwaarde dat wordt vrijgelaten is € 63.900,-. Dit betekent dat u in uw huis kunt blijven wonen zolang u wilt.
Op het moment dat u uw huis verkoopt betaalt u de krediethypotheek bij ons af. Als uw huis in waarde stijgt of in waarde daalt heeft dit geen gevolgen voor de krediethypotheek. Het kan zijn dat de woning bij verkoop minder opbrengt, waardoor de krediethypotheek niet kan worden afbetaald. In dat geval wordt de restant krediethypotheek kwijtgescholden.
Rekenvoorbeeld:
€ 250.000 - Waarde van de woning
€ 170.000 - Hypotheek
€ 80.000 - Overwaarde
€ 63.900 - Vrijlating
€ 15.900 - Bedrag krediethypotheek